De blauwe druiven groeien er op zo’n 1000 meter hoogte, de witte op ongeveer 1500 meter. Ze zijn geworteld in stenige bodems met kalksteen en kiezel. Het klimaat is heet, zonnig en droog, met frisse bergwinden en koude nachten. Goed voor de druiven, die rustig en gezond rijp kunnen worden en frisse zuren op kunnen bouwen. De wijnen blijven ongefilterd en de hoeveelheid toegevoegde sulfiet is minimaal.